Kees
Kees (38) geniet al jaren van cannabis en komt graag in de coffeeshop. Hij houdt van exclusieve soortjes, die maar zelden op het menu staan. Om geld te besparen en om verzekerd te zijn van schone cannabis, wil Kees thuis gaan kweken. Hij heeft geen tuin of balkon ter beschikking en geen kweekervaring.
Kees heeft een simpele kweektent van 0,8 bij 0,8 meter, waarin hij vier planten neerzet, in vierkanten plastic potten van 18 liter. Hij kiest voor gefeminiseerde zaden, vier verschillende soorten of ‘strains’, zoals Kees zelf zegt. Hij gebruikt een 400 Watt HPS lamp en een geluidsarme afzuiger, met koolstoffilter.
Alle apparatuur is CE-gekeurd, voorzien van geaarde stekkers en aangesloten op geaarde stopcontacten. Om de lamp aan en uit te zetten gebruikt Kees een mechanisch geveerde tijdschakelaar, met zekering. Na vier oogsten vervangt hij de HPS lamp, na elke oogst maakt hij de armatuur, de koolstoffilter, de tent, de lekbak en de potten goed schoon.
Vroeger vermeed Kees Automatic zaden, maar zijn aanvankelijk scepsis is verdwenen en nu gebruikt hij bijna alleen nog Autoflower genetica. Hij gebruikt verschillende kweekfora op internet om meer te weten te komen over de soorten die hij kweekt en de beste technieken en trucs om ze optimaal te laten renderen. Zolang het maar niet te ingewikkeld is en teveel tijd kost; hij heeft een drukke baan en weinig tijd voor zijn kweekhobby.
Kees gebruikt voorbemeste aarde en al jaren hetzelfde merk bloei- en groeivoeding. Hij volgt exact de aanwijzingen op het etiket en gebruikt een simpele plastic gieter om de voeding te mengen en zijn planten water te geven. De potten staan in een grote lekbak. Tijdens de groei- en de bloeifase doet Kees niet veel; hij geeft water, verschuift de potten zodat elke plant optimaal licht krijgt, ruimt afgevallen bladeren op en checkt of er beestjes, spint of meeldauw te zien zijn.
Tot nu toe heeft hij -afkloppen- nooit last gehad van ongedierte en evenmin van Budrot. “Schoon werken en goed naar je planten kijken” heeft een oude thuiskweker hem eens geadviseerd en dat heeft Kees goed in zijn oren geknoopt. Elke dag is hij een half uur bezig met zijn vier meisjes, zoals hij zijn planten liefkozend noemt.
Kees oogst de planten per tak, als twee derde van de meeldraden of pistils amberkleurig zijn geworden. Hij knipt alle blaadjes zonder glinsterende trichomen weg en punt de kleine blaadjes bij, zodat hij de toppen eenmaal gedroogd in hun geheel op kan roken, zonder overtollig blad te hoeven verwijderen.
Om geuroverlast te voorkomen, gebruikt Kees een oude kast waar hij een afzuigertje met koolstoffilter in heeft gemaakt. De kast is groot genoeg om alle takken op voldoende afstand van elkaar (5 tot 10 centimeter) op te hangen. Na zeven dagen breekt Kees regelmatig een takje af: als het buigt laat hij de takken nog even hangen, als het takje breekt is de cannabis voldoende droog om te verpakken. Kees gebruikt ronde, goed afsluitbare blikken, zodat er geen licht bij zijn cannabis komt. De eerste twee weken na het verpakken opent hij elk blik dagelijks een paar minuten. (Zie: Burpen).