Sara (52) houdt van puur natuur. Ze weet veel van kruiden en geneeskrachtige planten. Haar ruime balkon is een oase van planten, kruiden en bloemen. Sinds een aantal jaren kweekt ze ook cannabis. Ze rookt of verdampt de cannabis niet, maar gebruikt de plant als ingrediënt in de keuken.

Sara gebruikt vier grote potten (30 liter) voor evenveel planten. Omdat ze niet zeker weet of ze op tijd de mannelijke van de vrouwelijke planten kan onderscheiden (zie: sexen), heeft ze gekozen voor gefeminiseerde zaden. Daarmee weet ze zeker dat ze alleen maar vrouwelijke planten heeft.

Veilig Thuis KwekenNa het ontkiemen van de zaden, stopt Sara de ontkiemde zaadjes in kleine potjes (doorsnee 10 centimer), met de wortelpunten naar beneden. Na een paar dagen komen de zaailingen boven de grond. Belangrijk is de potjes op een lichte plek neer te zetten, maar niet meteen buiten en zeker niet in de felle zon. Enige ventilatie zorgt er voor dat de iele steeltjes sterker worden, zodat de plantjes niet omvallen.

In de eerste weken zijn de nieuwe plantjes het meest kwetsbaar; Sara verzorgt ze dus met toewijding en aandacht. Als de wortels door de gaten onderin de potjes komen, verpot ze de plantjes naar grotere potten. Per seizoen doet ze dit drie keer, tot de planten in de grootste potten van 30 liter staan. De potten staan in schotels, zodat eventueel overtollig water niet haar balkon op stroomt.

Als de planten flink aan het groeien zijn, begint Sara met het toevoegen van biologische groeivoeding aan het gietwater. Ze gebruikt nooit water direct uit de kraan; ze laat het minimaal 24 uur staan in de gieter of gebruikt opgevangen regenwater.

Als de planten ongeveer 30 centimeter hoog zijn en vier vertakkingen laten zien, topt Sara ze. Hierdoor groeien ze meer in de breedte en minder in de hoogte en splitst de hoofdtop zich in tweeën. Afhankelijk van hoe ze zich daarna ontwikkelen, topt ze daarna nog een of meerdere keren. Het resultaat is meerdere hoofdtoppen in plaats van één grote hoofdtop.

Tegen het einde van de zomer, augustus, september, gaan Sara’s planten in bloei. Dit gebeurt vanzelf als de dagen korter worden en daarmee het aantal licht uren verminderen. Ze ziet dan witte bloei haartjes verschijnen in de oksels van haar planten.

Tijdens de bloeifase schakelt Sara over op biologische bloeivoeding, die specifiek aansluit bij de behoeften van de plant tijdens de bloei. Afhankelijk van de soort is het in de periode van eind september tot eind oktober tijd om te oogsten. Het bepalen van het beste moment om een plant te gaan knippen is voor bijna elke kweker anders. De meesten kijken naar de kleur van de meeldraden (‘pistils’ in het Engels), die aan het einde van de bloeifase langzaam verkleuren van wit naar donkerbruin. Als twee derde van deze “haartjes” amberkleurig is, zit de plant dicht bij haar maximale potentie. Sara gebruikt een klein microscoopje om de toppen van haar planten goed te bekijken.

Zeker bij regenachtig weer en hoge luchtvochtigheid tegen het einde van de bloeifase is het van groot belang intensief te controleren op toprot. Sara doet plastic handschoentjes aan en buigt sommige topjes voorzichtig open. Ziet ze op de stam witte pluis, dan weet ze dat daar schimmel aan het onstaan is. Ze gooit de aangetaste delen weg. Uit ervaring weet Sara dat schimmel zich razendsnel uit kan breiden, waardoor juist de dikste toppen naar de knoppen gaan.

Sara oogst één plant per keer, zodat ze niet te lang achter elkaar hoeft te knippen. Ze verwijdert alle bladeren waar geen glinsterende trichomen op zitten en knipt de kleine blaadjes bij met een extra scherp schaartje. Ze droogt ‘aan de plant’ en hangt geknipte planten in hun geheel ondersteboven in een kamer die makkelijk donker te maken en houden is. Aan elke plant maakt ze een etiketje met de naam van de soort en de datum van de oogst.

Drogen aan de plant duurt langer dan het losknippen van alle toppen en topjes en die drogen in een droognet. Sara laat haar planten minimaal twee weken hangen, soms nog langer. Om te bepalen wanneer een plant droog genoeg, breekt ze een takje af. Zolang het takje buigt is de wiet nog te nat, als het takje afbreekt kunnen de toppen in glazen potten. De potten bewaart Sara ook in het donker, in een afsluitbare kast.

Met de gedroogde cannabis maakte ze eerder boter waar ze cake en koekjes van bakte. Dankzij een paar handige YouTube videos, gebruikt ze nu kokosolie en maakt ze ook haar eigen cannabiszalf. Puur natuur!